Persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans
Persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans worden gebruikt om naar personen, dieren of dingen te verwijzen. Ze vervangen het zelfstandig naamwoord om herhaling te voorkomen en om de betekenis van de zin duidelijk te maken. Hier is een overzicht van de persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans:
Eerste persoon enkelvoud (ik):
yo
Tweede persoon enkelvoud informeel (jij):
tú
Tweede persoon enkelvoud formeel (u) en derde persoon enkelvoud (hij, zij):
él (hij, mannelijk)
ella (zij, vrouwelijk)
usted (u, formeel)
Eerste persoon meervoud (wij):
nosotros (wij, mannelijk of gemengd geslacht)
nosotras (wij, enkel vrouwelijk)
Tweede persoon meervoud informeel (jullie):
vosotros (jullie, mannelijk of gemengd geslacht)
vosotras (jullie, enkel vrouwelijk)
Tweede persoon meervoud formeel (u) en derde persoon meervoud (zij):
ellos (zij, mannelijk of gemengd geslacht)
ellas (zij, enkel vrouwelijk)
ustedes (u, formeel, zowel enkelvoud als meervoud)
In sommige Latijns-Amerikaanse landen wordt "vosotros" en "vosotras" niet gebruikt; in plaats daarvan gebruikt men "ustedes" voor zowel formele als informele situaties in de tweede persoon meervoud.
Houd er rekening mee dat persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans vaak worden weggelaten omdat de vervoeging van het werkwoord vaak voldoende informatie geeft over het onderwerp. Bijvoorbeeld, in plaats van te zeggen "Yo como" (Ik eet), kun je gewoon zeggen "Como" en de betekenis blijft hetzelfde.