De dagen van de week in het Spaans
De dagen van de week in het Spaans zijn als volgt:
lunes - maandag
martes - dinsdag
miércoles - woensdag
jueves - donderdag
viernes - vrijdag
sábado - zaterdag
domingo - zondag
In tegenstelling tot het Engels en Nederlands, worden de dagen van de week in het Spaans niet met een hoofdletter geschreven, tenzij ze aan het begin van een zin staan. Enkele veelgebruikte uitdrukkingen met betrekking tot de dagen van de week zijn:
Hoy es [dag van de week] - Vandaag is het [dag van de week].
(bijv. Hoy es lunes - Vandaag is het maandag.)
Mañana es [dag van de week] - Morgen is het [dag van de week].
(bijv. Mañana es viernes - Morgen is het vrijdag.)
Pasado mañana es [dag van de week] - Overmorgen is het [dag van de week].
(bijv. Pasado mañana es domingo - Overmorgen is het zondag.)
El [dag van de week] - Op [dag van de week].
(bijv. El sábado tengo una cita - Op zaterdag heb ik een afspraak.)
Los [dag van de week in meervoud] - Op [dag van de week in meervoud].
(bijv. Los miércoles voy al gimnasio - Op woensdagen ga ik naar de sportschool.)
Merk op dat, wanneer je "el" of "los" gebruikt voor een dag van de week, je aangeeft dat iets op die specifieke dag gebeurt of regelmatig op die dag plaatsvindt.